Hans Buenk
Hans Buenk (Nijkerk, 1953) volgde een lerarenopleiding tekenen aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle en aan de academies in Tilburg en Amsterdam. Sinds 1985 werkt hij als docent Tekenen en CKV aan het Greijdanuscollege in Zwolle. Daarnaast werkt Hans als freelance medewerker bij een kunsttijdschrift.
Wonend in een landelijke gebied aan de rand van Zwolle raakte Buenk gefascineerd door de eenvoud en de rust van het Overijssels landschap. Werkend in de natuur tracht hij de verschillende lichtschakeringen gedurende de dag in beeld te brengen. Lucht en water, boompartijen en graslanden. “Uitbeelding van ruimte en ruimtesuggestie in het landschap door middel van vorm en kleur blijven steeds bezig houden,” aldus Buenk.
Het wisselende licht en de kleurvariaties door veranderingen in de atmosfeer tonen hetzelfde landschap in oneindig veel hoedanigheden. Dit blijft boeien.
Vanaf 1990 komt daar nog een aspect bij. In het beeldende werk krijgt Buenk aandacht van de “geduldige bewoner” van het landschap: de koe. Picturaal gezien geeft het roodbonte vee een kleurrijke toevoeging in omber en sienna. Het zwartbont vee zet donkere accenten. De anatomische structuur en het gevlekte huidoppervlak stellen Buenk in staat om een breder kleurenspectrum toe te passen.
Koeien zijn van bijzaak hoofdzaak geworden. Tegelijkertijd is het landschap rond de koe abstracter geworden. Buenk hanteert diverse technieken, die hem vele mogelijkheden bieden om de subtiele vormen en kleuren van koeien vast te leggen.