Arthur Bernhard


Het lange, afwisselende en nog te begane pad van Arthur Bernards schildersleven begint in zijn geboortestad Mechelen waar hij de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten bezoekt. Vervolgens loopt het via Frankrijk en de Verenigde Staten naar Rotterdam waar hij lange tijd woont, werkt en ook schilderlessen volgt aan de Vrije Academie.

Sinds 1995 schildert Arthur Bernard, omringd door leerlingen, in een groot atelier in een boerderij aan het water te Maasdam. Zomers ontvlucht hij het natte koude Nederland en werkt hij in z’n studio in het Franse St. Etienne de Fontbellon

Arthur Bernhard zet in z’n schilderskunst de traditie van het zowel figuratieve als abstracte expressionisme voort. Hij heeft niet alleen grote affiniteit met het werk van de in 1918 jong overleden Oostenrijkse tekenaar en schilder Egon Schiele, maar ook met de lyrisch-abstracte schilderijen van de Amerikaanse Nederlander Willem de Kooning. Met de Amerikaans action-painters heeft hij gemeen dat hij snel en spontaan, zonder vooropgezet plan, wil schilderen. Maar uitsluitend bezig zijn met de materie is voor hem niet genoeg. Na de eerste emotionele uitbarsting van kleurvlakken en lijnen op het linnen, waarbij vaak muziek een bron van inspiratie is, gaat hij bij zichzelf opzoek naar een betekenis. Het is altijd een grote verassing waar hij, werkend naar een open einde, al ordenend op uitkomt. Soms is een bladzijde uit een boek van Boeli van leeuwen of Janet Winterson al voldoende om bij hem mental images op te roepen.

In zijn doeken figureren tegen een summier aangeduide achtergrond landschappen of dynamisch getoonzette mensen, waartussen een emotionele, vaak erotische spanning, zichtbaar is. Maar wat er precies aan de hand is, blijft onduidelijk want de beschouwer moet iets te raden over hebben. Vandaar dat de titels de Arthur Bernard aan z’n veelal monumentale schilderijen meegeeft, associatief en soms willekeurig zijn.

De laatste tijd maakt Arthur Bernhard, op zoek naar nieuwe picturale mogelijkheden een onderschildering van woorden en dichtregels op het linnen. Daarna laat hij zich leiden door de zo ontstaane restruimte. Van deze onderschildering is uiteindelijk weinig meer te zien. Daarbij schildert hij (vaak in gemengde techniek) laag over laag, nu eens in dikke pasteuze vegen dan weer in transparante kleurvlakken die hier en daar begrensd of doorsneden worden door lijnen die de contouren of details van mensen of landschappen of de aanduiding van de ruimte aangeven. Daarbij laat hij bewust het linnen hier en daar onbeschilderd want het schilderij moet als het ware ademen en mag niet af lijken.

Zijn schilderijen, qouaches, zeefdrukken en sinds kort beelden in steen en brons en zelfs beschilderd aardewerk, zijn sinds 1992 regelmatig in galeries in Nederland, Belgie en Frankrijk en op kunstmanifestaties (zoals lineart gent 1992, 1997 en Holland Art fair 1995, 1998) tentoongesteld.